«Open water dachten we in een fractie van een seconde: die gidslijn ligt in open water.» Annet van Aarsen maakte een duik op Le Serpent.
![]()
Langzaam volgen we een stalen gidslijn, in het wrak van Le Serpent. Aan het einde van de lijn… stoot ik mijn hoofd – een plafond! Niks aan de hand, ik gebaar mijn duikmaatje Richard dat we moeten omdraaien. Hij zwemt nu voorop, we volgen opnieuw de lijn. En aan het andere einde… stoot hij zijn hoofd, onder een plafond. Verbaasd draait hij zich om: zijn vinger vormt een vraagteken.
Pikdonker
Een lijn die aan beide einden onder een plafond eindigt. We vinden het erg vreemd, maar in paniek zijn we niet. We hebben een dubbel twaalf op de rug, veel gas en veel tijd om een uitweg te vinden. We zijn allebei grotduiker, hebben tijdens de opleiding tot in den treuren zonder bril of zonder licht – zeg maar zonder zicht – met de hand op de lijn in een pikdonkere grot rondgezwommen, op zoek naar de uitgang. We moesten tijdens die trainingen ook zonder zicht een zogenaamd zoekgeraakte lijn zien terug te vinden. We duiken verder regelmatig op de Noordzee en op de diepe wrakken in bijvoorbeeld de Adriatische Zee.
Domme fout
Veel ervaring dus, maar dit keer – bij de duik op het wrak bij de Kabbelaar – hebben we in een fractie van een seconde wél een domme fout gemaakt. Het plan was om een rondje over Le Serpent te maken en dan vervolgens richting de kant te duiken. Niet het wrak in, gewoon een beetje flierefluiten. Maar terwijl we over het dek zwemmen, zien we ineens onder in het ruim die glimmende stalen lijn liggen. We kijken elkaar aan en we ademen allebei tegelijk flink uit: een moment later liggen we bij die uitnodigende staaldraad, in het ruim van Le Serpent. Open water, dachten we: de gidslijn ligt in open water. Niks aan de hand. Nee, we hebben geen reel gebruikt, geen haspel: we hebben geen lijn gelegd het wrak in. In die ene seconde dat we elkaar aankeken, hadden we besloten dat die vanaf het dek zichtbare gidslijn in het ruim van Le Serpent in open water ligt.
Stof
En nu hebben we dus twee keer ons hoofd gestoten. Ik zwem naar de plek waarvan ik denk dat het de plek is waar we het ruim zijn ingezwommen. Tien minuten eerder was er nog vaag groen omgevingslicht door de open dekluiken waar te nemen. Maar inmiddels zijn er kennelijk een paar duikers over het dek heen gezwommen met een vinslag die een dik wolkenspoor van stof heeft veroorzaakt. Dat vage schemerlampgroene licht – de weg het wrak uit – is niet meer waar te nemen. Het zicht op Le Serpent was bij onze aankomst op het wrak al niet zo goed, maar inmiddels is het abominabel. Als zoiets op de Noordzee gebeurt, wacht je in geval van nood gewoon even een paar minuten. De stroming zorgt ervoor dat een stofwolk snel weer verdwijnt. Maar in het diepe dode water van de Grevelingen, waar alles wat je aanraakt verandert in een grote paddenstoel van stof, is geen stroming. Een ‘silt-out’, of je het nou zelf hebt veroorzaakt of iemand anders, is hier een langdurig verschijnsel.
Ergernis…
Op de plek waar we het wrak zijn ingezwommen, stijg ik voorzichtig op, terwijl ik de gidslijn scherp in de gaten houd. Al begint en eindigt-ie onder een plafond, ik wil hem nu niet kwijtraken. Na een paar meter… stoot ik opnieuw mijn hoofd. Ik scheld een beetje door mijn automaat, inmiddels zwaar geïrriteerd. En ik denk na over wat ik aan het begin van de duik gezien heb: brede gangboorden en dekschotten. Heel voorzichtig zwem ik een stukje verder, tastend met de hand tegen het plafond. Hebbes! Daar is het luik. Ik blijf bij de ingang liggen en zie Richard hetzelfde overkomen: ook hij stoot zijn hoofd. Ik steek een arm het wrak in en trek hem aan de kranen van zijn dubbelset onder het plafond vandaan. We kijken elkaar aan, in zijn ogen zie ik de ergernis die ik zelf ook ervaar. We halen onze schouders op en zwemmen richting ondieper water.
![]()
Gidslijn?
Eenmaal terug op het droge hebben we een stevig gesprek: over onze foute beslissing in een fractie van een seconde, maar ook over de gidslijn in het ruim die in onze ogen helemaal verkeerd ligt. Een lijn die uitnodigt om in een ogenblik een foute beslissing te nemen. Hartstikke mooi om als regel te hebben dat een reel of haspel verplicht is: maar als je niet midden op zee duikt en niet beslist bij de shotline weer naar boven moet, is een lijn leggen ‘in open water’ geen noodzaak. Op Le Serpent ligt er een lijn in het wrak, duidelijk zichtbaar vanaf het dek, maar feitelijk niet in open water. Ik moet denken aan de woorden van een van mijn eerste duikinstructeurs, die ooit de opdracht gaf om een onderwaterkaart van Tynaarloo te maken: ‘als je een lijn ziet, dan volg je hem natuurlijk’. Dat klopt als een bus, maar wat als je niet doorhebt dat de lijn in kwestie begint en eindigt onder een plafond?
Geen eenvoudige duik
We delen onze ervaring ook met andere duikers. Het komt erop neer dat we een duik op Le Serpent eigenlijk helemaal niet zo eenvoudig vinden. Als mensen er naar vragen, wijs ik hen altijd op de duiklogs over het wrak, die op internet te vinden zijn. Bijna zonder uitzondering gaat het dan om duiken in slecht tot extreem slecht zicht. ‘Je hebt er niks te zoeken, het zicht is eigenlijk altijd volkomen belabberd’, zeg ik jarenlang, ‘je kunt veel beter een mooie duik op de Noordzee maken.’ Om mensen vervolgens te vertellen over die lijn die onder het plafond begint en eindigt, de lijn waar ik me danig in verslikte.
Verdwaald
Maar naar verloop van jaren raakt het incident bij mij een beetje in vergetelheid. Tot ik eind mei lees over twee duikers die vermist zijn geraakt bij een duik naar dit wrak in de Grevelingen en die allebei levenloos in Le Serpent worden teruggevonden. Ze zullen toch niet naar binnen zijn gegaan en de weg zijn kwijtgeraakt? Ik moet meteen denken aan onze eigen verkeerde duik, die eigenlijk al vergeten was. Als een paar weken later de politie de resultaten van het onderzoek naar het dodelijk ongeval bekend maakt, blijkt dat verdwalen inderdaad het meest waarschijnlijke scenario is. ‘De twee duikers zijn waarschijnlijk om het leven gekomen door oriëntatieverlies in het achterste gedeelte van het wrak ‘Le Serpent’, luidt de conclusie.
Beheerder, doe er wat aan!
Ik heb er nog wel eens gedoken, opnieuw met erg slecht zicht, maar van mij hoeft het niet meer zo nodig. Als ik een duik maak, wil ik iets leuks zien. Maar voor de duikers die er nog wel een duikje aan willen wagen: beheerders, haal alsjeblieft die gidslijn weg uit het ruim van Le Serpent. Of beter nog: maak het wrak dicht.
Tekst: Annet van Aarsen
Foto’s: Karin Brussaard – gemaakt toen het wrak net was afgezonken